Dr. Raymond van de Berg van het Maastricht UMC+ vertelt over het kunstmatig evenwichtsorgaan.
U kunt gebruik maken van de ondertiteling door rechts-onderin het filmpje de ondertiteling aan te zetten.
Het doel van het kunstmatig evenwichtsorgaan is om een evenwichtsorgaan dat niet meer werkt te vervangen. Het kunstmatig evenwichtsorgaan wordt ook wel “vestibulair implantaat” (afgekort: VI) genoemd. Een VI bestaat uit drie belangrijke delen: sensoren, de processor en elektroden. De elektroden worden tijdens een operatie geïmplanteerd in het evenwichtsorgaan, vlak bij de evenwichtszenuwen. De sensoren en de processor blijven buiten het lichaam. De sensoren zitten op het hoofd, en meten wat een normaal evenwichtsorgaan zou “voelen”, namelijk bewegingen van het hoofd. Deze informatie wordt naar de processor gestuurd, waar het wordt omgezet in stroompjes. Via een draadloze verbinding worden deze stroompjes doorgegeven aan de elektroden die in het evenwichtsorgaan zijn geïmplanteerd. Hier prikkelen de elektroden met deze stroompjes rechtstreeks de evenwichtszenuwen. Zo kan de informatie over hoofdbewegingen worden doorgegeven aan de hersenen. In de hersenen kan deze informatie vervolgens worden gebruikt om het lichaam aan te sturen. Op deze manier kan het kunstmatig evenwichtsorgaan de balans deels herstellen en ervoor zorgen dat iemand weer beter kan zien tijdens bewegen.
Op dit moment zijn er wereldwijd 4 onderzoeksgroepen bezig met het ontwikkelen van een kunstmatig evenwichtsorgaan. Dit zijn de Genève-Maastricht groep, twee groepen uit de Verenigde Staten (de Johns Hopkins Universiteit in Baltimore en de Universiteit van Washington in Seattle) en een Europese groep die gecoördineerd wordt vanuit Spanje (Las Palmas). Hieronder staat meer informatie over het onderzoek dat wordt gedaan binnen de Genève-Maastricht groep. Voor meer informatie over het onderzoek van de andere groepen, kunt u klikken op de naam van elke onderzoeksgroep hierboven.
De Genève-Maastricht groep
Dr. Raymond van de Berg van het Maastricht UMC+ vertelt over het onderzoek dat wordt gedaan in de Genève-Maastricht groep.
U kunt gebruik maken van de ondertiteling door rechts-onderin het filmpje de ondertiteling aan te zetten.
Het kunstmatig evenwichtsorgaan zoals het nu wordt gebruikt binnen onderzoek door de Genève-Maastricht groep. Dit apparaat is speciaal ontwikkeld voor onderzoek, en is niet gemaakt om in deze vorm op de markt te worden gebracht.
In 2007 was de Genève-Maastricht groep, samen met de fabrikant MED-EL, de eerste onderzoeksgroep die een volledig werkend kunstmatig evenwichtsorgaan gemaakt voor onderzoek heeft geplaatst in een mens. Dit implantaat was een aangepast cochleair implantaat, gemaakt om dagelijks als kunstmatig gehoororgaan te werken. Alleen tijdens onderzoek in het ziekenhuis werd het kunstmatig evenwichtsorgaan kortstondig aangezet. In de jaren erna heeft de Genève-Maastricht groep bij 13 patiënten een soortgelijk implantaat geplaatst. Dit vormt de grootste patiëntengroep met een kunstmatig evenwichtsorgaan ter wereld, die de komende jaren nog verder zal groeien. Zoals hierboven genoemd, is het implantaat dat deze patiënten hebben gekregen of gaan krijgen een onderzoeksimplantaat dat twee functies combineert: een cochleair implantaat (CI) en een kunstmatig evenwichtsorgaan (VI). Dit implantaat is zowel een kunstmatig gehoororgaan (CI) als een evenwichtsorgaan (VI). Het CI-deel zorgt er namelijk voor dat een slechthorend oor weer kan horen. Het werkt net hetzelfde als een normaal cochleair implantaat. Klik op deze link voor meer informatie over wat een cochleair implantaat is en hoe het werkt. Patiënten kunnen dagelijks gebruik maken van dit CI. Vanwege Europese regelgeving, en om de veiligheid van onze patiënten te waarborgen, kan het VI-deel op dit moment nog niet thuis gebruikt worden. Alleen tijdens onderzoek in het ziekenhuis kan het VI worden gebruikt. Vóórdat patiënten er thuis gebruik van kunnen maken, moet eerst de veiligheid en de werking van het VI verder goed worden onderzocht.
Omdat er een kans bestaat dat het gehoor door de operatie wordt beschadigd, implanteert de Genève-Maastricht groep alleen patiënten die doof zijn aan dat oor. Daarom maakt de Genève-Maastricht groep ook gebruik van het gecombineerde implantaat (CI + VI). Door een gecombineerd implantaat te gebruiken, heeft de patiënt altijd voordeel van de operatie. Hij of zij zal door het CI namelijk weer kunnen horen met dat oor. De Genève-Maastricht groep is druk bezig met het ontwikkelen van de operatietechniek zodat de kans op gehoorschade kleiner wordt. Zo zouden in de toekomst misschien ook patiënten met een goed gehoor een kunstmatig evenwichtsorgaan kunnen krijgen.